top of page

Gebitsverzorging voor paarden




Het paardengebit

Het paardengebit bestaat bij merries in het totaal uit 36 tanden, bij hengsten uit 40 tanden:

  • Kiezen (24 stuks):
    • premolars (12 stuks): Bij de geboorte aanwezig, eerst melktanden, later permanente tanden
    •  molars (12 stuks): niet bij de geboorte aanwezig, onmiddellijk permanent 
  • Wolfstanden (niet altijd aanwezig, in theorie max. 10, maar dit komt praktisch nooit voor): staan vlak voor de premolars.
  • Hoektanden (canines, 4 stuks): normaal alleen hengsten, functie: verdediging kudde.
  • Snijtanden (12 stuks): de eerste melktanden (101,201,301,401) komen uit op 6 dagen na de geboorte

Noodzaak van gebitsverzorging bij paarden

Het lichaam van het paard is van nature uit gemaakt om 24u/7d vrij te bewegen. In de natuur is een paard dan ook bijna 20u/dag bezig met eten. De natuurlijke voeding bestaat uit ruwe grassen, takken, bladeren, schors...

Onze gedomesticeerde paarden hun dagindeling ziet er meestal heel anders uit: veel paarden staan in een box, eten relatief weinig ruwvoer en ook onze grassoorten op de wei zijn malser, sappig en heel rijk aan voedingsstoffen.

Deze andere leefomstandigheden hebben gevolgen voor het hele gestel (stofwisseling, circulatie,...) van het paard, maar zeker ook voor het gebit.

Het gebit van het paard is namelijk aangepast aan dat harde voedsel: de kiezen werken in feite als "molenstenen", waarbij ze geleidelijk afslijten. Daarom blijft de wortel van de kiezen zich tot de leeftijd van 8 à 10j ontwikkelen en komen de tanden tot op hoge leeftijd geleidelijk verder uit.

Wanneer het afslijten van de tanden ongelijkmatig gebeurt ontstaan er afwijkingen in het gebit. Dit bemoeilijkt de kauwbeweging, kan pijn (en wonden) in de mond veroorzaken waardoor het paard slechter zijn voedsel gaat kauwen en de spijsvertering verstoord kan raken.

Problemen in de mond van het paard kunnen tevens verder in het lichaam problemen veroorzaken. Dit doordat het gebit onderdeel uitmaakt van de schedel, deze verbonden is met de wervelkolom, tal van spieren, vertering, stofwisseling,...

Om grote problemen te vermijden is een jaarlijkse controle en eventuele behandeling van het gebit aan te bevelen.

Het kaakgewricht: 

relatie tussen gebit en paardenlichaam

De TMJ (Temporo-mandibular-joint), het kaakgewricht, vormt de verbinding tussen de onderkaak en de schedel.

Een goede mobiliteit van het kaakgewricht is essentieel voor het goed kunnen kauwen van het voedsel, maar er is meer...

De TMJ is namelijk biomechanisch verbonden met tal van andere structuren in het lichaam:

  • De hals: de mobiliteit van het kaakgewricht staat rechtstreeks in verbinding met de beweeglijkheid van C0-C1-C2-C3 (eerste tot en met de derde halswervels). Naast het feit dat he​t paard zijn hals moeilijker kan buigen hebben blokkades in deze halswervels invloed op de halsspieren, de doorbloeding in het hoofd (en hersenen), de schildklier, bepaalde hersenzenuwen waardoor alle organen beïnvloed worden.
  • Schouders en bekken: Het kaakgewricht is met spieren en fascia (bindweefsel) verbonden met de schouders en het bekken. Een verminderde mobiliteit van het kaakgewricht, vermindert de beweeglijkheid in schouders en bekken. Hierdoor worden ook het SI-gewricht en de hele wervelkolom beïnvloed...





Kortom:


 De beweeglijkheid van het kaakgewricht is essentieel voor de beweeglijkheid (en dus ook de vitaliteit) van het ganse lichaam!



Het gebit van het paard heeft dus een veel grotere invloed dan enkel het kauwen van voedsel!

bottom of page